Inloggen vfpf.nl
De Arbowet stelt duidelijke eisen aan onderwijsorganisaties om de veiligheid en gezondheid van medewerkers te waarborgen. Deze verplichtingen vormen het fundament van je arbobeleid. Kennis van deze verplichtingen helpt je bij het maken van de juiste keuzes en het nemen van effectieve maatregelen.
In het primair onderwijs werken mensen met passie voor hun vak. Om deze passie duurzaam in te kunnen zetten, is een gezonde en veilige werkomgeving cruciaal. Een goed arbobeleid vormt hiervoor de basis en biedt concrete handvatten voor je hele schoolorganisatie. Het is dus veel meer dan alleen een verplichting vanuit de arbowetgeving. Een doordacht arbobeleid helpt bij het verlagen van verzuim en uitstroom in het onderwijs, het verhogen van werkplezier en de duurzame inzetbaarheid van onderwijspersoneel.
Arbobeleid ontwikkelen en implementeren kan een uitdagende taak zijn. Aan de slag? Ontdek voorbeelden voor jouw arbobeleid, handige trainingen voor de preventiemedewerker en onze branche-erkende RI&E-tool Arbomeester.
VfPf organiseert De Week van de Arbo, voor preventiemedewerkers, schoolleiders, bestuurders en HR-professionals in het primair onderwijs. Tijdens de focusweek volg je interessante online sessies. Ben jij erbij?
Een goed arbobeleid bestaat tenminste uit de volgende onderdelen:
Ieder schoolbestuur is verplicht 1 of meerdere medewerkers aan te wijzen die preventietaken coördineren en uitvoeren. Heeft de schoolorganisatie niet meer dan 25 werknemers, dan mag de werkgever zelf de taken van de preventiemedewerker op zich nemen. In alle gevallen moet de preventiemedewerker binnen de schoolorganisatie werken. Tot het takenpakket van de preventiemedewerker behoren:
- (Meewerken aan) het uitvoeren van een risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E)
- De uitvoering van arbomaatregelen
- Het adviseren aan en samenwerken met de medezeggenschapsraad en de arbodienst of de bedrijfsarts
Lees meer over de taken en bevoegdheden van de preventiemedewerker en hoe je deze functie in de school kunt inpassen.
Eén van de belangrijkste taken is het in kaart brengen van risico’s op het gebied van arbeidsomstandigheden: de RI&E. Dit moet iedere 4 jaar gebeuren. Op basis hiervan wordt een plan van aanpak opgesteld. Vervolgens worden de maatregelen ter verbetering uitgevoerd en geëvalueerd, en worden de RI&E en het plan van aanpak ter instemming voorgelegd aan de Medezeggenschapsraad. Eenmaal per 2 jaar moet bovendien de Quickscan Psychosociale arbeidsbelasting worden uitgevoerd.
Voor de uitvoering van de RI&E en de Quickscan kunt u gebruik maken van Arbomeester. Dit is het erkende branche-instrument voor het primair onderwijs. Lees de handleiding van Arbomeester of bekijk handige instructiefilmpjes over o.a. het aanmaken van een RI&E en het registreren en inloggen als nieuwe gebruiker.
Toetsing van de RI&E en het Plan van Aanpak
Zowel de uitgevoerde RI&E als het Plan van Aanpak worden getoetst door de arbodienst/bedrijfsarts of een andere arbo(kern)deskundige. Dit is een wettelijke verplichting. Is de school aangesloten bij een gecertificeerde arbodienst dan legt u de RI&E en het plan van aanpak ter toetsing voor aan deze gecertificeerde arbodienst (vangnetregeling). Als de school geen gebruik maakt van een gecertificeerde arbodienst dan legt u de RI&E en het plan van aanpak voor aan een gecertificeerde hogere veiligheidskundige, arbeid hygiënist of een arbeids- en organisatiedeskundige. De BIG-geregistreerde bedrijfsarts mag deze toetsing ook uitvoeren (maatwerkregeling). De adviezen van de arbodienst neemt u in principe over, tenzij u sterke argumenten hebt om dit niet te doen.
Lees meer over de RI&E-cyclus en de rol van de arbodienst.
Het is de plicht van de werkgever (in de praktijk veelal gemandateerd aan de schooldirecteur) te zorgen voor doeltreffende voorlichting over de te verrichten werkzaamheden, de daaraan verbonden risico’s en de maatregelen die zijn getroffen om de risico’s te beperken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan voorlichting over zittend/staand werk, bukken (in de onderbouw), omgaan met agressie van kinderen of ouders. Maar ook voorlichting over de wijze waarop de BHV is georganiseerd, wat de rol en taken zijn van de preventiemedewerker(s) en wat de rol en taken van de arbodienst of bedrijfsarts zijn.
De werkgever, vertegenwoordigd door de directeur van de school, moet zorgen dat de bedrijfshulpverlening (BHV) in het schoolgebouw goed geregeld is. BHV is maatwerk. Dat betekent dat de BHV per schoolgebouw georganiseerd moet worden.De RI&E is het uitgangspunt om te bepalen wat er op het gebied van BHV nodig is. In een BHV-plan wordt schriftelijk vastgelegd hoe de BHV is georganiseerd en welke maatregelen zijn genomen. De vaststelling van het BHV-plan is instemmingsplichtig voor de (G)MR.
Naast het opleiden van BHV’ers moet er ook voorlichting en instructie over de BHV aan alle medewerkers en de kinderen worden gegeven. Als een school samen met anderen (andere scholen of organisaties) in één gebouw zit, is het belangrijk dat met deze organisaties goed samengewerkt wordt bij calamiteiten en noodsituaties.
Lees meer over de inrichting BHV-organisatie.
Een school is verplicht een basiscontract te sluiten met een gecertificeerde arbodienst (vangnetregeling) of een gecertificeerde arbo(kern)deskundige en/of een BIG-geregistreerde bedrijfsarts (maatwerkregeling). Belangrijke taken voor de arbodienst zijn:
- Ziekteverzuimbegeleiding;
- Toetsing van de RI&E (inclusief plan van aanpak);
- (Periodiek) Arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO);
- Aanstellingskeuring (indien toegestaan);
- Consultatie bedrijfsarts.
De arbodienst of de bedrijfsarts levert naast de individuele begeleiding bij ziekteverzuim ook preventieve arbozorg. Bedrijfsartsen moeten eventueel de arbeidsplaats kunnen bezoeken om hun preventieve taken goed te kunnen uitvoeren.
Lees meer over deskundige personen in en om de school.
Dodelijke ongevallen, ongevallen gevolgd door ziekenhuisopname of ongeval met blijvend letsel moet de werkgever melden aan de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Lees meer over het melden en registreren van arbeidsongevallen.
De school is wettelijk verplicht de medewerkers in de gelegenheid te stellen zich periodiek (bijvoorbeeld eens in de 4 jaar) medisch te laten onderzoeken. Dit onderzoek is erop gericht om mogelijke gezondheidsschade te voorkómen of te beperken. Dit onderzoek wordt vaak gekoppeld aan een medewerker-tevredenheidsonderzoek. Medewerkers kunnen niet gedwongen worden hieraan mee te doen.
Bij de uitvoering van arbobeleid in het onderwijs zijn verschillende mensen en functies betrokken. Elk met hun eigen taken en verantwoordelijkheden. Een goede samenwerking tussen deze mensen is essentieel voor het slagen van het arbobeleid op jouw school. Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste rollen en hun specifieke bijdrage:
Uiteindelijk verantwoordelijk voor alle generieke maatregelen.
Bepaalt inhoud van het arbobeleid.
- Onderhandelingspartner van de bovenschool directeur of directeur
- Kan beleid bijsturen of juist om beleid vragen
- Instemmingsrecht bij regelingen op het gebied van arbo (zoals het plan van aanpak)
- Uitvoerder van specifieke arbo-taken van de werkgever
- Algemene ondersteuner van werkgever en MR
- Interne coördinator/ adviseur
Deskundig adviseur (extern
Controleur en handhaver (eventueel opleggen boetes en opmaken procesverbaal)
- Zorgdragen voor hun eigen veiligheid en de veiligheid in het algemeen in de school
- Meewerken aan voorlichting
Aan de slag met Arbomeester of behoefte aan ondersteuning bij het opstellen of organiseren van een goed arbobeleid voor jouw schoolorganisatie? Laat jouw hulpvraag achter bij het Arbo Adviescentrum PO. Onze adviseurs helpen je graag verder.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Verwacht elke maand in je mailbox: praktische tips, info en advies op het gebied van arbo, verzuim, re-integratie, wetgeving en personeelsbeleid in het PO.